Homilie 24e zo na Pinksteren 2023, gruwel der verwoesting

24e zo na Pinksteren 2023, Gruwel der verwoesting

In het evangelie van vandaag spreekt Jezus over de gruwel der verwoesting. Hij keek terug naar de profeet Daniël van het Oude Testament. De tempel werd toegewijd aan de afgod Zeus. Op het altaar van God werd een nieuw altaar geplaatst voor een afgod. Er vonden offers plaats op dat altaar van Zeus. Een heidense eredienst werd ingesteld. Een ontwijding van een heilige plaats. Een verwoesting van het eer brengen aan de enige ware God.

Jezus haalt de gruwel van ontheiliging aan van de profeet Daniël met betrekking tot Jeruzalem en de tempel. Jezus is verschillende keren in Jeruzalem geweest. Hij had eens kooplieden uit de tempel gedreven, ze hadden er een rovershol van gemaakt. Jezus had erbij gezegd dat zijn huis een huis van gebed moet zijn. Maar de Joden hadden Jezus niet aangenomen en Hem nabij de heilige stad gekruisigd. Dat was wel de grootste gruwel der verwoesting. Dat kon ook niet zonder gruwelijke gevolgen blijven. Jezus had geadviseerd om niet lang na zijn dood en verrijzenis uit Jeruzalem te vluchten, want Jeruzalem zou inclusief de tempel door de Romeinen verwoest worden en ze zouden tegen de achterblijvers als beesten tekeer gaan.

Ook in deze tijd vindt er op plekken een gruwel van verwoesting van kerken, altaren en erediensten plaats. Wij mogen daarom dankbaar zijn dat we hier de Latijnse Mis mogen vieren die zoveel eeuwen in de kerk gevierd is. Met zijn duidelijke gebedsteksten, vele lichamelijke ondersteuningen van die gebeden in de vorm van kniebuigingen en kruistekens. Hier vindt het allerheiligst offer plaats op het altaar voor de ware God en wordt aan God de Vader de hoogste eer gebracht door het offer van zijn Zoon waarbij wij ons aansluiten.

Dan profeteert Jezus over de eindtijd. Hij noemt twee soorten rampen. De ramp van de valse profeten en de rampen van de kosmos. Die rampen van de kosmos zijn niet te ontvluchten, alle mensen zullen weeklagen. Dat advies van vluchten had Jezus aan de Joden gegeven bij de vernietiging van Jeruzalem. Hier geeft Jezus ons een ander advies. Hij zegt dat je het kunt zien aankomen, zoals de vijgenboom als die blaadjes krijgt dat het dan zomer wordt. Namelijk als de gruwel van verwoesting plaatsvindt, als de altaren ontheiligt worden en als de gruwel van een valse leer verkondigt wordt die Christus niet centraal zet, dan zijn er gruwelijke gevolgen te verwachten.

Maar dat is niet het laatste woord wat Jezus spreekt. Hij zegt dat de valse profeten zullen opstaan en zulke grote wonderlijke tekenen zullen verrichten dat zelfs de uitverkorenen in dwaling gebracht zouden kunnen worden, maar Hij zegt erbij: indien het mogelijk was. Wat bedoelt Jezus daarmee, met indien het mogelijk was? Twee dingen.

Ten eerste zegt Paulus in de les van vandaag aan de christenen van Colosse dat God onze Vader ons een waardigheid heeft verleend opdat wij deel mogen hebben aan het lot der Heiligen, dat wil zeggen in de hemel mogen komen. Die waardigheid hebben we gehad met ons doopsel. En daarmee ontrukt God ons aan de macht der duisternis, aan de valse profeten en uiteindelijk aan wereldrampen. Dat doet Hij bij zijn komst die plotseling zal zijn, als een bliksemschicht zegt Hij. En Hij zal dan engelen met luid bazuingeschal uitzenden en de uitverkorenen van overal verzamelen. Met het doopsel zijn wij al getekend met een onuitwisbaar teken dat we al zijn overgebracht naar het rijk van God door zijn beminde Zoon die ons verlost heeft van het kwade.

Ten tweede zegt Paulus aan de volwassen christenen van Colosse dat ze een leven dienen te leiden dat God waardig is. Een christelijk leven van de gevormde. Het gedoopte kind is in zekere zin nog passief, de gevormde christen heeft de verplichting op zich genomen het christelijk leven te leven en Christus te verkondigen, dwars tegen de valse profeten in. Om dat leven te leiden wordt hij gevormd door de Heilige Geest. Zijn ziel en geest worden geschikt gemaakt, gevormd om de gaven van de Heilig Geest te kunnen ontvangen. Hij wordt vatbaar voor de Heilige Geest. Hij wordt geschikt gemaakt om door die Heilige Geest verlicht te worden. Daarnaast moet hij wel eigen inspanningen verrichten om deugdelijk te leven en lijden geduldig te verdragen, maar nooit zonder de Heilige Geest. Na zijn vormsel kan hij die Heilige Geest steeds beter leren kennen door geestelijke oefeningen. Door zich te bezinnen op de werking van de Heilige Geest die de ziel vertroost of de ziel overlaat aan droevige gesteldheden. Door te leren luisteren naar de Heilige Geest Die tot hem spreekt door gedachten of via omstandigheden.

Vandaag noemt Paulus twee gaven van de zeven gaven van de Heilige Geest die in het vormsel meegedeeld worden. De gaven van inzicht en de gave van wijsheid. Geestelijk inzicht wil zeggen: zicht naar binnen, naar het wezen van dingen. Objectieve kennis van zaken die met God te maken hebben. Bijvoorbeeld onderscheiden wie valse profeten zijn en dan het advies van Christus opvolgen: geloof ze niet. Wijsheid wil zeggen: subjectieve kennis van Gods zaken. Je hebt kennis van Gods zaken en weet ook hoe je dat toe moet passen in je eigen leven. Door deze gaven kan je weten wat God van je wil. Daarvoor bidt Paulus. Dat bidden we in het Onze Vader: uw wil geschiede.

We leven hier op aarde in een strijdende kerk. Door het doopsel leven we al verbonden met Christus. Door het vormsel hebben we de gaven om een actief christelijk leven te leiden. Door de H. Mis brengen we de hoogste eer aan God. Welke rampen en valse profeten er ook zijn, het is onmogelijk om degenen die met Christus verbonden leven van deze verbintenis te scheiden. Amen.