Broeders en zusters, de eerste bron van deze preek is een profeet uit het Oude Testament. De profetie van Jesaja naar het evangelie van vandaag met de woorden “Zie, de Maagd zal zwanger worden en een Zoon baren en men zal Hem de naam Emmanuël geven.” God heeft het evangelie vooraf aangekondigd via zijn profeten.
De tweede bron van de preek is de apostel Paulus. Hij noemt zichzelf dienaar van Jezus Christus, wat alle Christenen dienen te zijn. Maar tevens zegt hij geroepen te zijn tot apostel, uitverkoren te zijn om het evangelie van God te verkondigen. Geen mensenwoorden dus. Geen woorden die gedachtespinsels zijn van mensen en tot geen heil leiden, maar een “Evangelie van God”.
Een derde bron is de evangelist Mattheüs die over het leven, sterven en verrijzen van Jezus schrijft.
Een vierde bron is het Credo, een samenvatting van de geloofsleer door de apostolische RK kerk plechtig tijdens concilies enkele eeuwen na het evangelie van God samengesteld en sindsdien beleden.
Een vijfde bron is de schrijver van de preek, de bedienaar van de kerk die hier voor u staat en die met nadenken en gebed als gewijde bedienaar namens de kerk het evangelie van God in deze tijd mag verkondigen.
Als je als ongelovige naar het evangelie kijkt zie je alleen een
Zoon van David, een afstammeling van David die de naam Jezus kreeg. Jezus was arm, in een stal geboren, werd geminacht, vervolgd, mishandeld en gedood.
Als je er als rechtvaardige naar kijkt, zoals Sint Jozef in eerste instantie, dan brengt Jezus, de vrucht van de schoot van Maria, je in grote verlegenheid. Als verloofde van Maria stond hij er vlakbij. Maar Sint Jozef laat allerlei verwarrende gedachten door zich heen gaan. Hij woonde nog niet samen met Maria en had geen gemeenschap met haar gehad. Het kind kon dus niet van hem zijn en daarom kon hij ook niet bij haar blijven. Wij kennen dat soort gedachten. Zelfs van de zeer rechtschapen Jozef, een man van goede wil, die de onschuld van Maria wel zag en haar niet in opspraak wilde brengen door formeel van haar te scheiden, die geen wraak op haar wilde nemen, die niet begon te schelden en te beschuldigen, zelfs de alleen maar eigen menselijke gedachten van de heilige Jozef leiden tot het denken aan scheiding.
Gelukkig had Sint Jozef aandacht voor het geestelijk leven. Hij onderscheidde de goede geest die tot hem sprak. Hij hoorde de engel van God die tot hem sprak en dat gaf een totale wending. Geen scheiding, maar een huwelijk met Maria. “Vrees niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen.” Nu legt de engel aan Jozef uit dat er twee kanten aan de gebeurtenissen zijn. Een natuurlijke kant, en een bovennatuurlijke kant. De vrucht van de schoot van Maria, voor alle tijden Gods Zoon zoals Sint Paulus zegt, is mens geworden door de Heilige Geest. Want wat in haar geboren is, is het werk van de H. Geest zegt de engel. Nu is dat bij elke menswording zo. De Heilige Geest die Heer is en het leven geeft, doet dat ook bij elke conceptie als man en vrouw gemeenschap hebben. Ook daar is een natuurlijke en een bovennatuurlijke dimensie. Maar Maria baarde Jezus, die niet de zoon van Jozef maar van God de Vader is. Dat Hij dat is blijkt ook uit het feit dat Hij uit de doden verrezen is. Als de engel dan ook nog aan Jozef uitlegt dat Hij het Kind dat met Kerstmis geboren zal worden Jezus – dat betekent Redder – moet noemen omdat Hij de wereld zal verlossen van de zonde, heeft hij in feite het hart van het Credo verkondigd, net als Sint Paulus dat in de les van vandaag gedaan heeft. En dat is hetzelfde Credo dat wij elke zondag belijden. Tevens is Kerstmis dat wij in de liturgie van vandaag al vooraf vieren, in zijn totale context geplaatst. Er is namelijk niet alleen een Kind geboren in een stal, maar een verlosser is geboren die ons verlost uit de zonde en verzoend met God de Vader die in de hemel is.
Als aan ons dan het “Evangelie van God” verkondigd is, dan doet Paulus nog een oproep om aan dat evangelie te gehoorzamen. Hier kunnen we weer een voorbeeld aan Sint Jozef nemen. Nu hij de gelovige, de geestelijke dimensie van een zeer belangrijke gebeurtenis aanneemt, is de vrucht van de schoot van Maria geen buitenechtelijke zwangerschap meer waarvoor je je tegenover anderen moet schamen en die tot scheiding kan leiden, maar hij is van zeer nabij getuige geworden van de Menswording van de verlosser waarbij, volgens de litanie van de H Jozef: de Almachtige God aan de Heilige Jozef de taak heeft gegeven om als een trouw dienaar te waken over het begin van Zijn heilswerk. Daarbij zal hij de weg gewezen worden doordat hij een geestelijk leven leidde en de woorden van de Engel van God onderscheidde en er gehoor aan gaf. Ook toen de Heilig Familie vluchten moest naar Egypte en toen ze weer konden terugkeren naar het Heilig Land. Jozef geloofde dat hij aan het Kind dat met Kerstmis geboren zou worden de naam Jezus, dat betekent Redder, moest geven, en hij deed het ook. Jozef geloofde dat hij Maria tot zijn vrouw kon nemen hetgeen de Engel hem gezegd had, en hij nam Maria bij zich in huis.
Laten we in navolging van Sint Jozef met Kerstmis geloven dat er een Redder geboren wordt, Jezus onze Heer, die ons verlost van zonde en verzoend met God de Vader. Laten we in navolging van Sint Jozef een geestelijk leven lijden zodat we aan de oproep van Sint Paulus kunnen voldoen om gehoorzaam te zijn aan het geloof, het apostolische geloof, het “Evangelie van God”, het Credo. Laten we de gave van wijsheid die we in het vormsel hebben gehad gebruiken om de Heilige Geest die ons het leven geeft ook in ons leven te ontdekken en laten we luisteren naar zijn stem en naar de stem van de Engel van God. De Engel die God prijst met Kerstmis: Gloria in excelsis Deo, maar ook onze eigen Engel die onze bewaarder is, die ons verlicht, bewaart en geleid. Amen.