“Gij hebt de Vader nog niets in mijn Naam gevraagd”, zegt Jezus vlak voor zijn lijden en sterven. Dat kon ook niet, want die relatie tussen de Vader en de mensen was verstoord door de erfzonde van Adam en Eva in het paradijs. En eerst moesten wij mensen weer met de Vader verzoend worden en dat moest Jezus nog doen door het offer van zijn leven aan het kruis. De Vader houdt van de mensen en daarom had Hij ook zijn Zoon gezonden om de mensen met Hem te verzoenen. Nu pas kunnen wij namens Jezus en door Jezus en in eenheid met Jezus vragen stellen aan God de Vader. Dat Jezus de weg naar de Vader in de hemel is, laat Hij zien met Hemelvaart.
Een doel van Jezus menswording, ook van het evangelie van vandaag, is het meer bekend maken van God de Vader. In het Oude Testament, ook in de psalmen, werd nog gesproken over God, Jahwe of de Heer. Maar met de komst van Jezus werd de intimiteit steeds verder opgevoerd. Hij leerde ons het Onze Vader bidden. De kerk leert ons in het Credo te belijden dat we geloven in God de Almachtige Vader. In de canon van elke Mis wordt tot God de Vader gebeden aan wie we het Offer mogen opdragen. Wel in de Naam van Jezus. Door Hem en met Hem en in Hem bidt de priester.
Als we in Jezus geloven, als we met Hem verbonden zijn door de sacramenten en een deugdelijk leven, mogen we in zijn naam tot God de Vader en zelfs de Heilige Drieëenheid bidden. Dat gebeurt al vaak en kort en eenvoudig met het kruisteken dat we maken in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Doordat we Amen zeggen laten we zien dat we in dat kruis geloven. Dat dat een teken is van de Vader die ons geschapen heeft en van ons houdt, dat de verbroken band tussen de Vader en de mensen herstelt werd door de kruisdood van de Zoon en dat de band met de Vader en de Zoon een levende geloofsband is door de Heilige Geest. Dat veronderstelt een grote intimiteit dat je het kruisteken mag belijden en bekend maken namens de Heilige Drieëenheid. In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
“Alles wat je aan de Vader vraagt in mijn naam zal je verkrijgen”, zegt Jezus. Dat is niet alles wat je leuk vindt of dat jouw mening de maatstaf mag gaan worden van alle dingen. Dat is niet bidden in de Náám van Jezus. Door de sacramenten en de verkondiging van de kerk van het woord Gods en het gelovig aanvaarden daarvan, door persoonlijk gebed en deugdelijk leven, groeit de band met de Vader. Je begrijpt het lijden van de Zoon steeds beter en gaat dat meer waarderen. Je bidt bijvoorbeeld de droevige geheimen van de rozenkrans en wordt steeds geduldiger in het lijden en volgt Jezus na die vlak voor zijn kruisdood gebeden had om de kelk van zijn lijden weg te nemen, maar eveneens bad “niet mijn wil maar Uw wil geschiede”. Dat alles zul je steeds beter begrijpen door de Heilige Geest die uitgaat van de Vader en de Zoon en die we vooral met de sacramenten doopsel en vormsel ontvangen. En welke komst van de Heilige Geest we vieren met Pinksteren. Jezus gaat lichamelijk en zichtbaar wel naar de hemel met Hemelvaart, maar de intimiteit met Hem, de geestelijke relatie, die blijft dankzij de Heilige Geest. En hoe meer we groeien in de relatie met God, hoe beter we kunnen bidden en hoe meer dat een gebed in de Naam van Jezus kan zijn omdat je in Hem gelooft en met Hem innig verbonden bent en Hem steeds beter leert kennen. Dan leer je de hoogste vorm van gebed, het lofgebed tot de Vader, de Goddelijke Majesteit en gaat bidden dat zijn rijk mag komen. Zoals in het Onze Vader staat: Uw rijk kome, uw wil geschiede. Door ons leven zal dat rijk van God de Vader dan mede komen, als wij vanuit de intimiteit met God een deugdelijk leven leiden. Een leven dat God de Vader dan rijkelijk zal zegenen conform de belofte van Jezus die zegt dat je alles wat je aan de Vader vraagt in zijn naam zult verkrijgen. Letterlijk zal de maatschappij dan beter worden. Over een deugdelijk leven gaat ten slotte het epistel van Jacobus.
Jacobus zegt dat we het woord van God, het evangelie niet alleen moeten aanhoren en dan weer vergeten en er niets mee doen. Dat leidt niet tot groei in de relatie met God. Een Christen moet een man van de daad zijn. Aan de ene kant vroom in de Mis naar God toe, van de andere kant liefdevol naar de medemens. Liefdevol en met respect over hem spreken en liefdevol helpen waar nodig is. Zeker als mensen oprecht iets van je vragen, maar nog beter is de nood van de mensen zelf opmerken. Zoals Maria op de bruiloft van Kana opmerkte dat er veel te weinig wijn was. De afgelopen weken in de paastijd lazen we uit het evangelie volgens Johannes. Daar bereidt Jezus zijn leerlingen en ons voor op zijn heengaan naar de Vader met Hemelvaart. Maar tevens belooft Hij de Heilige Geest als we daarvoor bidden. En in de Heilige Geest blijven wij verbonden met Hem en met de Vader. Amen.