Elke H.Mis is een tegenwoordig stellen van de verzoening met God
Door de oerzonde van Adam en Eva die alle mensen van hun geërfd hebben, worden alle mensen buiten het paradijs en zonder verbondenheid met God geboren. Christus heeft met zijn kruisdood de mensen met God verzoend. Elke mens die gedoopt is, deelt in die verzoening. Elke H. Mis is een tegenwoordig stelling van die verzoening. Belangrijk is daarom een optimale participatie in de H. Mis. Allereerst is belangrijk dát je er bent. Vervolgens hoé je er bent. De H. Mis begint met het kruisteken en eindigt met het laatste evangelie (of de zegen bij de Novus Ordo). We kunnen een grote lijn schetsen als houvast voor het optimaal participeren in de H. Mis. Net als de missaaltjes van vroeger is er (een boekje van) het vaste gedeelte van elke H. Mis. En elke H. Mis heeft een variabel gedeelte (waar een inlegvelletje van kan zijn). Het variabele gedeelte heeft elke zondag verschillende gebeden en lezingen uit de bijbel. Globaal 52 zondagen van het jaar en enkele feestdagen met eigen gebeden (in de Novus Ordo zijn er drie jaar lang verschillende variabele gebeden).
Ik belijd schuld
In het begin van de H. Mis is er een schuldbelijdenis, het Confiteor. We komen uit het dagelijks leven en hebben tegenover God, medemens en onze eigen waardigheid gezondigd. Voordat we naar het altaar Gods gaan (Judica me) nemen we eerst afstand van onze zonden. De priester, die krachtens zijn ambt zonden kan vergeven, spreekt een krachtig vergevingsgebed uit, het Indulgentiam. Misschien wel het krachtigste vergevingsgebed na de biecht.
Ik luister naar het woord van God
Na het Gloria is een klein gebedje “oratio” wat de priester hardop bidt. Daarna zijn er lezingen uit de bijbel, waaronder het evangelie. Dit is veruit het grootste gedeelte van de variabele gebeden en lezingen. Het is de eerste tijd dat je aan de traditionele latijnse Mis deelneemt, handig om het boekje met het vaste gedeelte hier eenmalig opzij te leggen en de Mis te vervolgen via het inlegvel. Bij het Credo na de preek dan weer over te gaan naar het misboekje met het vaste gedeelte.
Ik geloof
Nadat je bij de schuldbelijdenis je eigen beperktheid en zondigheid beleden hebt, belijd je hier je geloof in de volmaakte drie-ene God: de Vader (schepper), de Zoon (de verlosser) en de heilige Geest (die het leven geeft). Alsmede je geloof in de mogelijke deelname aan die Heilige Drieëenheid door de doop en de kerk hier op aarde en voor altijd in de hemel.
Ik geef
Als je na het Credo op het altaar de misdienaars in de weer ziet met water en wijn e.d. en als er gecollecteerd wordt, zijn we aangeland bij de Offerande. Hier kun je aansluiten bij de gaven van brood en wijn die de priester aan God aanbiedt. Hier kun je al jouw goede werken van de afgelopen week aan God aanbieden. Hier is de plek van de eigen bijdrage aan de gaven die tijdens de H. Mis aan God aangeboden worden.
Ik word met God verzoend (Consecratie)
In de Canon (en in ieder geval ook in Eucharistisch Gebed 1b in de Novus Ordo) heb je het gebedje Hanc igitur. Bij dit gebed belt de misdienaar. Hij ziet dat de priester zijn handen boven de gaven van brood en wijn uitstrekt. In dit gebed vraagt de priester aan God om onze offers aan te nemen. Dat zijn de offers van brood en wijn en onze daarbij gevoegde offers en werken die tijdens de offerande aangeboden werden.
Vervolgens is het gebed Quam oblationem. De priester bidt tot God dat ons offer, brood en wijn, het lichaam en bloed van Christus mag worden.
Vervolgens verandert tijdens de consecratie het brood en wijn in het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus en worden de gedoopte mensen die in staat van genade zijn, verzoend met God de Vader. Zonden worden vergeven, de af-zonde-ring van God wordt opgeheven.
Na de consecratie is het gebed Unde et memores. Nadat we eerder in de H. Mis ons eigen offer aan God aangeboden hadden in de vorm van brood en wijn, werden brood en wijn nu Christus, die zichzelf aan God de Vader aanbood. Alle gedoopten, alle verloste mensen die net als Christus vervult zijn met de H. Geest en zo één met Christus zijn, bieden hun offer van brood en wijn dat samengesmolten is met het offer van Christus, aan God de Vader aan. Daarmee wordt het offer dat je aanbiedt het grootste wat je ooit aan God de Vader kunt aanbieden, met oneindige waarde.
Ik word met God verenigd (Communie)
De communie is niet aan het begin van de H. Mis. Christus is er dan nog niet eens in de communie. Hij moet eerst tijdens de consecratie in ons midden komen in de hostie en wijn. Tevens moet je je eerst op de ontmoeting voorbereiden. Eerst door je zonden te belijden, dan door te luisteren wat God in zijn (bijbel-) woorden je te zeggen heeft, vervolgens door je geloof in God te belijden en ten slotte je leven, al je dagelijkse werkzaamheden aan God te geven bij de offerande. Zo is de opbouw van de H. Mis. En zelfs na een goede voorbereiding bidt je nog vlak voor het ontvangen van de communie de bede: Domine non sum dignus, Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt. Dat je meent wat je zegt blijkt wel uit de houding die je aanneemt als je de communie ontvangt, indien mogelijk geknield en niet in je handen die niet gewijd zijn, maar direct op de tong. Communie, gemeenschap, dat moet van twee kanten komen. Degene die Christus in de communie ontvangt kan dat het best doen door een goede participatie in de H. Mis ter voorbereiding op de ontmoeting en vereniging met Christus en in een ontvankelijke open houding. Als je dan de volmaakte Godmens ontmoet en ontvangt, dan gaat daar een helende, heiligende werking van uit.
Ik word gezonden
Geheiligd en gevoed met Christus zelf ontvang je op het einde van de Mis de zegen om weer gezonden te worden: Ite Missa est. Na de H. Mis sta je als innerlijk vernieuwde mens in de wereld. Zo zijn de H. Mis en het dagelijks leven met elkaar verbonden. En na het dagelijks leven volgt weer een H. Mis. Dit alles ter voorbereiding op het eeuwig gastmaal in de Hemel.